Waar ik in de afgelopen jaren als zangdocent achter ben gekomen is; niemand is in alles een beginner. Elke cursist is uniek en beschikt vaak al over bepaalde eigenschappen of vaardigheden, waar ze zichzelf al dan niet bewust van zijn. Sommigen hebben zichzelf bepaalde zang vaardigheden aangeleerd. Al dan niet door trail & error, te luisteren naar hun favoriete artiest(en) of gewoon door het te doen.

Destijds op het conservatorium heb ik een competentie ontwikkelingsplan gemaakt waarin ik vocale leergebieden en competenties heb beschreven. Deze heb ik vervolgens onderverdeeld in 3 fasen: fase 1 de beginnende zanger(es), fase 2 de gevorderde zanger(es) en fase 3 de vergevorderde zanger(es). Dit plan gebruik ik als monitor voor al mijn cursisten. Bij de eerste lessen vul ik een eerste blauwdruk in en na enige tijd vul ik deze aan. Al snel bleek dat geen enkel cursist echt uitsluitend in fase 1 zit.

Zo had bijvoorbeeld een jong tiener meisje al een enorme performance als ze begon te zingen. Een andere cursist bleek een goed werkend harmonisch gehoor te hebben en zong vanaf les 1 al direct een tweede stem op een hoofdmelodie. Weer iemand anders bleek al te beschikken over een goed werkend effect (in dit geval een grunt). Zo blijkt dat iemand die nog nooit zangles heeft gehad, geen absolute beginner hoeft te zijn. Rekening houdend met de 5 hoofdcategorieën  die ik in het ontwikkelingsplan heb geformuleerd. Tijdens de zanglessen probeer ik cursisten bewust te maken van vaardigheden of kwaliteiten die ze al hebben, wat positief werkt in het vertrouwen in én de verdere ontwikkeling van de zangstem van de cursist.